In een openhartig en warm gesprek met Addy Legestee (66) en Gerda Lagerweij (62) krijgen we een bijzondere inkijk in hun passie voor het onderwijs. Hoewel beiden binnenkort met pensioen gaan, straalt het enthousiasme voor hun vak nog altijd van hen af. Samen hebben ze maar liefst 78 jaar in het onderwijs gewerkt. We spreken elkaar op basisschool De Zeewinde in Rockanje. De collega’s – die in de loop der jaren ook vriendinnen zijn geworden – raken niet uitgepraat .

Waarom kozen jullie destijds voor het onderwijs?

Addy: “Ik wilde ‘iets met mensen’ doen en had eigenlijk mijn zinnen gezet op de sociale academie. Toen ik daar niet werd aangenomen, besloot ik een tussenjaar te nemen op de Pabo – toen nog de ‘pa’. De sfeer daar, de brede opzet van de opleiding en de vele stagemogelijkheden spraken me meteen aan. Ik voelde me er helemaal op mijn plek. Vooral het speciaal onderwijs had mijn hart.”

Gerda (lachend): “Grappig, ik heb ook nog even getwijfeld over de sociale academie. Maar ik wist eigenlijk al heel jong dat ik voor de klas wilde staan. Lesgeven, kennis overbrengen, iets betekenen voor jonge kinderen – dat trok me enorm. Mijn toenmalige vriend, inmiddels mijn man, moedigde me aan om toch voor de Pabo te kiezen. Daar heb ik nooit spijt van gehad. Het was een veelzijdige opleiding, met ruimte om je te verdiepen in allerlei vakken. Zo heb ik zelfs een gymspecialisatie gedaan.”

Hoe herinneren jullie je eerste schooldag – en wat is er sindsdien veranderd?

Addy: “Toen wij afstudeerden, was er juist sprake van werkloosheid onder leerkrachten. Nu is dat bijna niet voor te stellen. In 1979 had ik geluk: ik kon na de zomervakantie aan de slag op een christelijke basisschool in Barendrecht. Waar iemand onverwachts was uitgevallen. Ik begon in groep 3 en werd goed opgevangen door mijn duo. Ouders werkten vaak in de landbouw, kinderen speelden buiten, dichtbij de natuur. Je werd als leerkracht soms zelfs thuis uitgenodigd voor een kennismaking.

In 1996 heb ik de overstap naar De Hoeksteen in Rockanje gemaakt. Sindsdien ben ik echt een bovenbouw juf geworden. Het onderwijs is door de digitalisering sterk veranderd. We gingen van het krijtbord en de stencilmachine naar de overheadprojector, het kopieerapparaat en het digibord. Leerlingen zoeken tegenwoordig informatie op, wat hun kennis verrijkt en vergroot. Tegelijkertijd zijn kinderen mondiger en vluchtiger geworden; ze willen leren via spel en interactie. Dat vraagt iets anders van ons als leerkracht.”

Gerda: “Ik was dolblij met mijn eerste contract: twintig uur, verdeeld over twee scholen. ’s Ochtends werkte ik bij de kleuters op De Hoeksteen, ’s middags bij groep 5 op De Zonnebloem. Gaandeweg ben ik steeds meer vakken gaan geven – dat vond ik geweldig. Wat me vooral bijblijft, is de ruimte die er toen was voor de sociale kant van het vak. Het echte gesprek met kinderen, samen ontdekken en verwonderen – dat vond ik waardevol. Ook heb ik me ingezet voor zowel de identiteitscommissie van onze school De Zeewinde als die van ons bestuur Onderwijsgroep EduMare.

Een grote verandering is de overgang naar het continurooster. Je merkt dat er daardoor minder ruimte is om een goede band op te bouwen met collega’s. Ook ligt de focus nu meer op leeropbrengsten en burgerschap. Hierbij werken we met waarden als Respect, Vertrouwen en Veiligheid, die richting geven aan persoonlijke ontwikkeling en hoe we met elkaar omgaan. Het zorgt ervoor dat school echt een plek is waar kinderen zich thuis en gezien voelen.”

Wat heeft het onderwijs in de toekomst nodig?

Addy: “Kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Als ik bijvoorbeeld geschiedenis geef over monniken en ridders, hangen ze aan mijn lippen. Ook merk ik dat kinderen zich zorgen maken over de wereld om hen heen. Ze hebben behoefte aan verdieping en het is belangrijk dat we die blijven bieden. Niet alleen om kennis te vergroten, maar ook om hen te helpen de wereld beter te begrijpen en met empathie tegemoet te treden.”

Gerda: “Daarop aanvullend blijft het belangrijk om passend onderwijs steeds beter te maken. Ik denk dat we doelbewust moeten werken aan vragen als: Hoe help ik mijn klas vooruit, en hoe help ik dit kind vooruit? Extra expertise of extra handen in de klas maken daarbij echt een groot verschil. Alleen dan kunnen we ieder kind bieden wat het nodig heeft. En dat is waar we het als leerkracht voor doen.”

En nu jullie agenda’s straks niet meer draaien om de schoolbel en lesgeven, waar kijken jullie het meest naar uit?

Addy: “Mijn partner en ik willen een caravan kopen en op reis gaan, gewoon waar de wind ons heen voert. Ik vind het ook belangrijk om sociaal actief te blijven en betrokken te zijn bij allerlei soorten mensen. Verder blijf ik veel sporten, ik hou van het buitenleven en misschien wil ik ook iets doen op het gebied van natuur- en milieueducatie. Misschien ga ik zelfs nog invallen – daar is al naar gevraagd.”

Gerda: “Mijn man en ik zijn ook reislustig, dus dat gaan we zeker doen. Daarnaast lijkt het me heerlijk om weer tijd te hebben voor creatieve activiteiten en eropuit te gaan met vriendinnen, verdiepen in kunstgeschiedenis. Het geeft me bovendien een goed gevoel om als vrijwilliger aan de slag te gaan – ik denk dan bijvoorbeeld aan voorleesmiddagen. Natuurlijk ga ik ook oppassen op de kleinkinderen.”

Addy en Gerda: “We nemen nu samen afscheid en gaan onze collega’s, ouders en vooral de kinderen enorm missen. Maar in de wetenschap dat we een geweldige school met een geweldig team achterlaten, nemen we met een gerust hart afscheid. Het zal even wennen zijn. Maar waar een deur dicht gaat, gaat ook weer een deur open.”