Dit jaar vieren we tachtig jaar vrede en vrijheid. Die vrede voelt momenteel kwetsbaarder dan ooit, maar was eigenlijk nooit vanzelfsprekend. Gidius Lankhorst, directeur van OBS De Houthoeffe in Hellevoetsluis, beseft dat als geen ander. Hij is veteraan. Dertig jaar geleden was hij op vredesmissie in Bosnië.

Speciaal voor dit interview heeft Gidius spullen uit die tijd meegenomen. Dat was nog best zoeken, want alles lag goed weggeborgen op zolder. Toch valt de oogst niet tegen: meerdere fotoboeken, zijn baret van de bevoorradingstroepen, een militair paspoort, zijn id-plaatje en een doosje met onderscheidingen.

Was het een angstige tijd in Bosnië? “Valt op zich mee,” antwoordt Gidius nuchter. “Ik heb veteranen uit Afghanistan gesproken, die hebben ergere dingen meegemaakt. Toch was het ook voor mij soms spannend. Ik was sergeant wegtransport; mijn eenheid droeg zorg voor de bevoorrading. Voedsel, brandstof, munitie, dat soort zaken. We waren altijd op pad. Ook bij gevaar, als het Code Zwart was en alle andere militairen uit voorzorg op hun basis moesten blijven.”

Vrede afdwingen

Gidius werd in 1996 uitgezonden voor de internationale IFOR-missie, een vredesmacht onder leiding van de NAVO. Europa worstelde met een bloedig conflict op de Balkan; de Joegoslavische burgeroorlog. Een jaar eerder was het vreselijk misgegaan. Bij Srebrenica werden bijna 8000 Bosnische moslims vermoord. “IFOR was de opvolger van UNPROFOR, een VN-missie,” legt Gidius uit. “Wij hadden een beter mandaat. Wij mochten, indien nodig, de vrede echt afdwingen en waren goed bewapend.”

Vrijwillig naar het gevaar

Na de lerarenopleiding en zijn studie Sociale Geografie, was Gidius korte tijd aardrijkskundedocent op het Helinium in Hellevoetsluis, tot hij in dienst moest. Zijn latere deelname aan de IFOR-missie was vrijwillig. “Ik werd ervoor gevraagd en vond dat ik het moest doen; de overheid deed een beroep op mij.” Gidius woonde nog thuis. Zijn ouders waren niet blij, maar begrepen het wel.

In Bosnië stonden gewapende groepen elkaar nog steeds naar het leven. “Ik kan me herinneren dat ik voor het eerst op appèl stond in Split toen er over ons kamp heen werd geschoten. Wij nieuwelingen doken meteen naar de grond. De jongens die er al langer waren, bleven staan en moesten lachen: ze waren dit allang gewend.”

Stressvolle momenten

“Waar ik trots op ben?” Gidius denkt na. “Dat ik heb bijgedragen aan de stabiliteit in die regio. Nog steeds is het daar gespannen hoor, maar we betekenden toen echt iets voor de mensen. Als beveiliger ging ik mee bij schoonmaakacties. We hielpen met grijpers en bulldozers om afval en puin te ruimen.”

Als sergeant reed Gidius bij elk konvooi voorop in een jeep. Hij navigeerde en verkende de route. Gidius praat er luchtig over, maar er waren stressvolle momenten. Bijvoorbeeld toen een kwetsbaar bevoorradingskonvooi vastliep door een verkeersongeluk. Of die keren dat hij lijken in de berm zag liggen.

Rechtstreeks uit de oorlog voor de klas

En na Joegoslavië? Gidius vertelt hoe hij aan het einde van zijn diensttijd werd opgebeld door Helinium. “Dat ging nog via satellietcommunicatie; mobieltjes waren er nauwelijks. Ze vroegen of ik weer in Hellevoetsluis wilde komen werken.”

En dus landde Gidius op een zaterdag in 1997 weer op Schiphol, daar werd hij keurig opgehaald door collega-militairen, om koud twee dagen later alweer voor de klas te staan. Het kostte Gidius twee, drie maanden om te acclimatiseren. “Collega’s die mij kenden van voor Joegoslavië vonden dat ik een stuk strakker was, harder ook. Dat sleet gelukkig. Maar ik ken jongens uit Joegoslavië die er langer mee geworsteld hebben. Die kregen last van PTSS.”

Gidius stond nog jaren voor de klas. Later werd hij teamleider bij Helinium. Drie jaar terug maakte hij de overstap naar EduMare. “Ik was toe aan een nieuwe uitdaging. Het leek mij fantastisch om als inhoudelijk schoolleider op De Houthoeffe – een school in een kwetsbare wijk – ‘Goud Onderwijs’ te introduceren. Dat betekent dat we hier keihard werken aan kansengelijkheid voor alle kinderen.”

Vrijheid is hard werken

Heeft Gidius’ verleden als veteraan invloed op zijn kijk op het onderwijs? “Niet heel nadrukkelijk – ik geloof ook niet dat ik hier iemand ooit verteld heb dat ik veteraan ben – maar ik ben me natuurlijk wel erg bewust van de waarde van vrijheid. Dat dat iets is waar je hard voor moet werken.” Daarom is Gidius blij met alle aandacht die aan tachtig jaar vrijheid wordt gegeven. Ook op zijn school wordt het lespakket dat EduMare samen met het Streekarchief Voorne-Putten heeft ontwikkeld, gebruikt. “Mijn vader is 93. Hij is in de oorlog vanuit Den Haag naar Drenthe gevlucht om de Arbeitseinsatz te ontduiken. Het is goed dat deze verhalen verteld blijven worden.”

Tijd voor de foto bij dit artikel. We lopen naar buiten. Groep 6 heeft pauze. Als Gidius zijn baret opzet en poseert met zijn onderscheidingen, komen er enkele nieuwsgierige leerlingen kijken. “Wat is dat, meneer?” Al snel hangen de kinderen aan zijn lippen. “Heeft u echt gevochten?” “In welke oorlog?” “Was u bang?” “Zijn dat uw medailles?” Gidius moet lachen. “Ik denk dat ik toch maar wat vaker in de klas ga vertellen over mijn militaire verleden.”