‘’ ‘Jij belandt in het onderwijs,’ zei mijn oma tegen mij. ‘Nee hoor,’ zei ik. ‘Ik beland in de dagbesteding.’ ‘’
Toch werkt Nina Brinkman (20) inmiddels drie jaar met veel plezier als conciërge op OBS Het Palet in Hellevoetsluis. Na haar opleiding bij VSO Maarland kwam ze als stagiair in het onderwijs terecht. Toen ze aan deze participatiebaan begon, voelde ze zich onzeker — een gevoel dat, mede dankzij haar begeleider Marianne Jacquemijns (70), steeds meer naar de achtergrond is verdwenen.
Onmisbaar op school
Vier dagen in de week helpt Nina samen met haar collega Jeffrey de boel op school draaiende houden. Ze ruimen op, vullen aan, houden bij en knappen op. Daarnaast geniet ze van het contact met de kinderen. Een pleister plakken, veters strikken, helpen bij de Koningsspelen.
Haar betrokkenheid bij de school en de mensen daar, reikt zo ver dat het verboden is om haar na twee uur ‘s middags nog dingen te vragen – anders komt ze voor de avond niet meer weg. Iedereen die haar nodig heeft wil ze meteen helpen.
Achter de schermen
Haar begeleider Marianne Jacquemijns heeft al vijftig jaar ervaring in het onderwijs en is een ware onderwijsduizendpoot. Ze geeft (GVO)les, ondersteunt bij briljant onderwijs en helpt kinderen die extra zorg nodig hebben. Verder is ze daltoncoördinator én participatieondersteuner. Naast Nina begeleidt ze nog acht anderen. Ze zorgt voor een duidelijke taakomschrijving met vaste to-do-lijstjes, geeft subtiele aansturing, let op wat opvalt en gaat daarover met hen in gesprek.
Marianne’s inzet wordt gelukkig niet oppervlakkig gewaardeerd: sommige van de mensen die ze begeleidt sturen haar één van hun eerste nieuwjaarsappjes — om twee over twaalf ’s nachts. “Het maakt mij echt rijker in mijn gevoelsleven,” zegt ze.
Hechte band
De vrouwen hebben een sterke en persoonlijke band en worden soms zelfs aangezien voor moeder en dochter. Niet onterecht: als er privé bij een van hen iets speelt, voelen ze met elkaar mee. Nina kon met Marianne praten toen ze niet lekker in haar vel zat, en andersom maakte Nina zich zorgen toen Marianne geopereerd moest worden — alsof het inderdaad haar eigen moeder was. “Ik weet dat Marianne er altijd is,” zegt ze.
Vruchtbare samenwerking
Onder de begeleiding van Marianne heeft Nina de kans gekregen om zich te ontpoppen. Hoewel ze zelf nooit had verwacht dat ze in het onderwijs terecht zou komen, voelt ze zich meer op haar plek dan ooit. Op 20 november gaf ze zelfs samen met Marianne een workshop op het EduMare-congres.
Het blijkt maar weer dat oma’s het soms best beter weten.
